Dag 48: Naar Mino Clavero en etc
5 oktober
Vandaag dan niet te paard, maar wel ter minibusje, want om negen uur sharp word ik opgehaald voor mijn geboekte excursie. Heb ondertussen al uitgecheckt en zit er klaar voor.
We pikken nog iemand op en zitten dat met zes man in een busje voor 24. Goh, er zijn echt weinig mensen dit weekend. Vooral omdat zo´n beetje de enige te boeken excursie in town was. Het blijkt ook wederom een feestdag te zijn, van een of andere maagd die aan het einde van de dag door de stad wordt gedragen.
We rijden de stad uit en verlaten al snel het vlakke land om de sierras rondom Cordoba in te rijden. Deze zijn bruin geelachtig en zijn alleen in de regentijd groen. Moet zeggen dat het wel wat heeft. Jsmmergenoeg wordt er eigenlijk geen halt gehouden en is er dus weinig tot geen mogelijkheid om dit prachtige landschap vast te leggen (tip: ga dus met eigen vervoer). ALs we wel stoppen zien we ver boven ons een condor ronddwarrelen, maar helaas out of reach van de lens. Dit zijn wel machtige beesten zeg. Het verschil tussen mannetje en vrouwtje is toruwens te zien aan de ogen (vrouw rood en man bruin) en het feit dat de man een soort van kuif heeft. Niet echt van onderen te zien dus.
We stoppen twee keer kort zodat er even rustig om ons heen gekeken kan worden, maar daarna rijden we snel door naar Mina Clavero. Als we hier aankomen blijkt ook hier niet bijzonder veel te doen te zijn. We checken een kerk waar in een tombe de overblijfselen van een priester liggen die er mede voor heeft gezorgd dat er een verbinding is gekomen tussen de vallei van mina Clavero en Cordoba en de standaard of leven heeft verbeterd.
Het museum nog even doorgelopen, maar meer van hetzelfde van de Jesuit estancia van de dag ervoor. Dus maar weer het busje in om ergens een plekje om te eten te vinden.
Mijn gezelschap is een beetje vaag. Een broer en zus uit Cordoba zelf zijn mee en ze zijn wat vaag. Ik denk dat hij homo is (gezien zijn uiterlijk, kleding en gebaren) maar de vrijgezelle vrouw uit Tucuman denkt daar anders over en als ze samen tijdens de lunch een fles wijn achterovertikken doet zij erg haar best. Ze komt zelfs met een geheel andere look (haar helemaal anders, make up) uit het toilet. Verbazingwekkend. De zus zit ondertussen wat misprijzend naar mijn bord te kijken. Dit omdat zij vegatarisch is en ik een groot stuk vlees heb besteld (he, ik kan nauwelijks avondeten want moet op tijd mijn bus terug naar Bs As is.... en ik kan toch gewoon eten wat ik wil...) .... vaag allemaal, vind het ook helemaal neit erg om na het eten nog even alleen een stukje door het dorpje te slenteren voordat we het busje weer ingaan en nog een klein stukje verder rijden richting het plaatsje Nono.
Nono dankt zijn naam aan een native (aborigional worden ze hier genoemd) stamhoofd dat toen de Spanjaarden invielen probeerde te ontsnappen. Uiteindelijk werden hij en zijn familie toch gepakt en werd de familie opgedeeld. Toen de moeder en het kind van elkaar gescheiden werden schreeuwde het kind ñunez ñunez (of iets dat ongeveer zo klinkt) wat in de aboriginaltaal zoiets betekend als MelkMelk.... En terwijl dit gebeurde ontsprongen twee heuvels zich aan de voet van waar men stond. De twee heuvels moeten borsten voorstellen en naar aanleiding van dit gebeuren (met wat veranderingen door de tijd heen) ontstond de plaats Nono(wat dus terugslaat op het melkmelk verhaal).
Maar we komen daar niet voor de twee heuveltjes, maar voor een of ander museum wat je waarschijnlijk alleen hier vindt en nergens anders: het museum rocsen. Dit museum heeft diverse meesterlijk verzamelingen... vlinders, vogels, automotoren, Japanse dingetjes en alles bedekt door een laagje stof wat je neus doet kriebelen. ALs iedereen er klaar mee is (de eerder genoemde man liep iets te brabbelen over negatieve krachten die hem tegenhielden daar naar binnen te gaan en etcetc en die andere mevrouw hing natuurlijk aan zijn lippen, zucht) stappen we weer in de auto om door te rijden naar Villa Carlos Paz. We gaan hier Alfejores inslaan. Heb die dingen al drie keer slash jaar gegeten zonder eigenlijk te weten hoe ze heten, maar nu weet ik het dus.. het zijn alfejores. Meesterlijk zoet, en degene met frutillas (aardbei) is nog zoeter, maar zo lekker.. en blijkbaar typisch voor Cordoba..
hierna terug naar het hotel en vier straten voor het hotel eruit om de rest te wandelen (lees: maagdverhaal) en klaarmaken voor de terugreis, bijna weer tijd voor 9 uur in de bus)
No comments:
Post a Comment